Kleuters

Kleuteronderwijs op De Hasselbraam

 

Jonge kinderen bekijken de wereld vol bewondering en nieuwsgierigheid. Ze pakken de dingen vast, raken het aan en bekijken het van alle kanten. Dit vraagt om onderwijs dat inspeelt op deze natuurlijke nieuwsgierigheid.
Onze visie op kleuters is dat zij zich het beste ontwikkelen via het ontwikkelingsgericht onderwijs. Kenmerken van het ontwikkelingsgericht werken zijn:

  • Een holistische benadering (diverse activiteiten zijn verbonden).
  • Gebruik van betekenisvolle thematische activiteiten.
  • De kinderen construeren eigen oplossingsinstrumenten.
  • De leerkracht heeft een coachende rol
     

Er moet bij de ontwikkeling van het kind worden aangesloten, daarop worden de activiteiten afgestemd. Het spel is het uitgangspunt. De taak van de leerkracht is het aanbieden van voor het kind betekenisvolle activiteiten in thema’s, in samenhang met de gewenste doelen. Het kind moet worden gevolgd en langs verschillende wegen moet het doel worden bereikt. De verschillende ontwikkelingsgebieden bieden daarvoor veel mogelijkheden. Het gaat daarbij om:
– Spelactiviteiten
– Constructieve en beeldende activiteiten
– Gespreksactiviteiten
– Voorbereidende taal- en schrijfactiviteiten
– Voorbereidende reken- en wiskundige activiteiten

– Activiteiten t.b.v. de motoriek

– Activiteiten t.b.v. de executieve functies
Observatie biedt kansen om de ontwikkeling van het kind in kaart te brengen.

 

Bij ontwikkelingsgericht onderwijs ontwerpt de leerkracht thema’s en kernactiviteiten en koppelt daarbij kennis en vaardigheden aan sociaal-culturele activiteiten. Op die manier stimuleert hij/zij een brede ontwikkeling. Bij het ontwerpen van spelactiviteiten zoekt de leerkracht naar mogelijkheden die uitnodigen tot verkenning en expressie. Vaak zorgt de leerkracht ook voor input bij het (rollen)spel. Dit neemt een grote plaats in, omdat kinderen dan spelenderwijs zich leren verplaatsen in andere personen en situaties. De leerkracht verwerkt in de activiteit ook een probleem, zodat de kinderen uitgedaagd worden om een oplossing te zoeken.

We werken in thema’s. Een thema duurt circa zes tot acht weken. Het is daarom noodzakelijk dat je verschillende kanten op kan met een thema. Natuurlijk is het van groot belang dat de kinderen het thema interessant vinden. Soms komt er in de klas een onderwerp naar voren, waar de kinderen meer over willen weten. Dat werkt de leerkracht dan uit tot een onderwerp binnen het thema. Bij het thematiseren verbindt de leerkracht zijn bedoelingen met de betekenissen van kinderen. De leerkrachten bedenken ook nieuwe activiteiten voor de hoeken in de klas, zodat het hoekenspel nieuwe impulsen krijgt.

Thematiseren vraagt om voorbereiding, oefening, observatie, reflectie, in elke fase van het thema.

Zo kunnen we de doelen laten aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling van ieder kind.